Niet geheel onverwacht komt Porsche Engineering met een eigen systeem dat bijhoudt hoeveel stroom er wordt geladen. In Duitsland is het daarbij belangrijk dat een dergelijk systeem voldoet aan de eisen die het “Eichrecht” hieraan stelt. De DC Energy Meter van Porsche is gecertificeerd voor DC-laadstations met een capaciteit tot 350 Kilowatt.
Het meten van het stroomverbruik op een laadpunt lijkt simpel, maar is het niet. In Duitsland moet de informatie die wordt verzameld bij een laadsessie zeer gedetailleerd en transparant zijn voor de gebruiker. Dit betekent dat er dus behoorlijk wat eisen worden gesteld aan de meter. Daarbij komt dat de resterende ruimte in een laadstation krap is. Immers een groot deel van de beschikbare ruimte wordt ingenomen door de aansluitingen, de laadkabel met geïntegreerde koeling en de laadregeleenheden. Om de extra meettechniek in deze krappe ruimte te kunnen toevoegen, hebben de ingenieurs van Porsche Engineering een systeem ontwikkeld dat bestaat uit twee delen. Enerzijds de eigenlijke DC-energiemeter en anderzijds de sensoreenheid voor het meten van stroom en spanning. Deze laatste kan elektriciteit tot maximaal 500 ampère en spanningen tot 1.000 volt meten.
Goedkeuring nog dit jaar verwacht
De goedkeuring van Porsches laadstation door de Physikalisch-Technische Bundesanstalt, wordt nog dit jaar verwacht. De beoordelingscriteria zijn inmiddels bekend. Onder andere het ontwerp en de functie, de milieuvriendelijkheid en de werking van het laadstation en de software komen daarbij aan de orde en zijn bekeken. Porsche denkt aan alle eisen te voldoen en meent dat niets de uitrol van technologie in de weg zal staan.
“De uitdaging was om een systeem te ontwikkelen – zonder precies te weten welke eisen hieraan worden gesteld”, legt projectmanager Alexander Schneider-Schaper uit. Porsche Engineering heeft zijn systeem nu zo ontworpen dat de sensor de meetwaarden doorgeeft aan de werkelijke DC-energiemeter, die trouwens niet groter is dan een 0,5 liter blikje frisdrank. Porsches persbericht meldt: “Het registreert de gegevens, bepaalt de hoeveelheid overgedragen energie, wijst het toe aan de klantgegevens en koppelt het hele pakket aan een versleutelde databundel die niet kan worden gewijzigd.” In deze vorm wordt de informatie aangeleverd aan de backend-provider, die op basis hiervan kan factureren aan de klant.
Beveiligd tegen manipulatie
Via de provider (CPO) kan de klant transparante software – zoals een app – gebruiken, waarmee is te zien “wanneer hij waar en hoeveel heeft geladen”. Deze informatie is overigens ook te zien tijdens het laden op de in de laadpaal aanwezige LC-Display. Een ander punt is dat “Het systeem niet gevoelig mag zijn voor manipulatie”, meldt Schneider-Schaper. Zijn team heeft daarom een stevige behuizing ontwikkeld die volledig dicht en verzegeld is.
