Afgelopen jaren is veel gesproken en geschreven over het fenomeen elektrische auto (EV). Overheden zijn enthousiast en creëren allerlei voordelen, zoals belastingkortingen en parkeervoordelen. Autofabrikanten ontwikkelen in een razend tempo nieuwe elektrische auto’s en de consument accepteert de EV langzaam maar zeker als een echt alternatief. We kunnen dan ook spreken van een transitie in de autowereld, een doorbraak. Inmiddels rijden er zo’n 200.000 elektrische auto’s in Nederland. Naar mate de vraag stijgt, neemt ook het aanbod toe.

Bijvoorbeeld ’s werelds grootste autofabrikant, de Volkswagen Group, stopt de komende jaren 34 miljard euro in de ontwikkeling van EV’s, fabrieken en batterijtechnieken. Met meer aanbod, ontstaat meer concurrentie en zakken de prijzen. Bovendien werken fabrikanten hard aan de verbetering van batterijtechnieken, wat resulteert in een lagere kostprijs en meer capaciteit. Al met al zal het de komende jaren erg hard gaan met de elektrische auto. Rond 2025 zal ruim 25 procent van de nieuwe verkochte auto’s een volledig elektrische aandrijflijn hebben. En als het aan de overheid ligt, heeft elke nieuwe auto in 2030 een emissie-loze aandrijflijn.

Een elektrische auto heeft geen uitstoot, er komen dus geen kwalijke stoffen rechtstreeks uit de auto vrij. Vooral in stadcentra heeft dit grote voordelen. Als alle auto’s in verstedelijkte gebieden elektrische zijn, zal de luchtkwaliteit significant verbeteren. Het is inmiddels ruimschoots bewezen dat een EV gedurende zijn levensduur absoluut minder CO2 uitstoot, óók als je alle mogelijke factoren zoals de productie, de recycling en het opwekken van de energie meerekent. Maar er is meer dat pleit voor de EV. Een elektrische auto is stil, er wordt tenslotte geen benzine of diesel middels een ‘explosie’ omgezet in kracht. Bij een rijdende EV ontstaat alleen rol- en rijwind-geluid. Een elektromotor werkt geruisloos én levert direct kracht. Dat heeft twee voordelen: je hoeft niet te schakelen, een EV heeft dus ook geen versnellingsbak en zodra je ‘het gaspedaal’ aanraakt, beschik je over de maximale power. Rijden in een EV is bijzonder comfortabel: omdat je niet hoeft te schakelen en omdat je kunt afremmen door het acceleratiepedaal op te laten komen.

Op het moment dat je het pedaal lift, gaat de aandrijflijn zogenaamd regenereren, oftewel rolenergie omzetten in acculading. Dat regenereren gaat gepaard met afremmen van de auto. Je kunt een EV in veel voorkomende gevallen dan ook rijden met één pedaal, het zogenaamde one-pedal driving. Sommige EV’s kun je de mate van regenereren en dus de mate van afremmen en bijladen instellen. Rijden in verstedelijkt gebied resulteert in vaak optrekken en remmen. Dat kun je dus doen met één pedaal.

Om die vraag te kunnen beantwoorden moet je enkele feiten kennen. Bij elektrische auto’s gebruiken we de eenheden kiloWatt (kW) en kiloWattuur (kWh). Dit zijn eenheden van arbeid, oftewel, een hoeveelheid energie. Laat je een elektrische auto met een 10 kW-motor een uur werken, dan heb je 10 kWh verbruikt. Elke kWh heeft een prijs, deze verschilt echter flink. Op je werk laden kost meestal niets of iets meer dan 10 cent per kWh, thuis ligt de prijs op zo’n 20 cent en aan een openbaar laadpunt rond de 35 cent. Gemiddeld kost een elektrische auto 30 tot 50 euro per maand aan stroom, als je zo’n 25.000 kilometer per jaar rijdt. Een EV heeft lagere kilometerkosten dan een auto met een verbrandingsmotor.

Rij je een elektrische auto zakelijk, en wil je deze EV meer dan 500 kilometer per jaar voor privé-gebruik inzetten, dan belast de fiscus je dit jaar (2020) voor 8% van de cataloguswaarde tot maximaal € 45.000. Als uw auto duurder is, betaalt u over dat deel 22% bijtelling. Dat betekent dat u van doen heeft met een gecombineerd bijtellingspercentage. Deze beperking geldt alleen voor nieuwe auto’s en voor auto’s die 100% elektrisch rijden. Het bijtellingspercentage geldt altijd voor een periode van 60 maanden en gaat in op de eerste dag van de maand van eerste toelating. 

Een nadeel van de eerste elektrische auto’s was de beperkte actieradius; hoe ver kun je komen op een volle accu? Daar is het woord accustress (Range Anxiety) uit ontstaan. Toen EV’s in 2011 op de markt kwamen was een maximaal bereik van amper meer dan 100 kilometer heel gewoon. Inmiddels is het dubbele de standaard bij EV’s van de instapklasse, en ruim meer dan 400 kilometer voor de duurdere modellen zoals de Jaguar i-Pace de Tesla model S. Door de verbeterde accutechniek neemt de reikwijdte steeds verder toe. Bovendien moeten autofabrikanten sinds kort volgens een nieuwe meetmethode (de WLTP-meetmethode) de actieradius van hun producten testen. Dit levert voor de consument cijfers op die reëel zijn. De verwachting is dat de actieradius van een EV de komende jaren flink zal stijgen.