Rijden op waterstof kan goedkoper

Men doet momenteel heel veel onderzoek op het gebied van waterstofmobiliteit. Maar er zijn voor de eindgebruikers nog amper mogelijkheden. Er is slechts een beperkt aantal waterstofauto’s en waterstoftankstations beschikbaar. De technologie is bovendien erg duur. Maar er zijn steeds meer signalen dat het rijden op waterstof betaalbaarder wordt.

Technologie nog te duur

Het blijft natuurlijk een kwestie van de kip en het ei. Zolang de technologie duur is, koopt er bijna niemand een waterstofvoertuig en komen er ook weinig waterstoftankstations. Maar zolang er weinig waterstofvoertuigen zijn, blijft de technologie ook duur. Pas bij een grote serieproductie worden brandstofcellen betaalbaar. Maar er is hoop.

Prijzen halveren als we investeren

Volgens een studie van de Hydrogen Council en managementadviesbureau McKinsey mogen we hopen op een aanzienlijke prijsdaling. De deskundigen voorspellen namelijk dat de kosten voor veel waterstoftoepassingen in het komende decennium met ongeveer de helft zullen dalen. Dit zou een belangrijke drempel weg kunnen nemen. Waterstof zou dan namelijk qua prijs kunnen concurreren met andere CO2-arme alternatieven voor fossiele brandstoffen. De Hydrogen Council en McKinsey stellen wel dat deze voorspelling alleen uitkomt als we flink gaan investeren. Er is volgens het onderzoeksrapport een investering van 70 miljard dollar nodig om de kosten te laten dalen. Naast die investering zijn er nog twee uitdagingen, namelijk de beschikbaarheid van groene stroom en het aantal waterstoftankstations.

Groene stroom

Net als bij een normale elektrische auto is ook de CO2-voetafdruk van de brandstofcel in een auto afhankelijk van het type elektriciteit. Er is namelijk elektriciteit nodog om door middel van elektrolyse waterstof te maken. Als men groene stroom gebruikt, is de balans zeer goed. Maar niet als men fossiele brandstoffen gebruikt om waterstof te maken. Daarom heeft het alleen zin om over te schakelen naar waterstofauto’s als we veel hernieuwbare energie kunnen opwekken.

Waterstoftankstations

Er is nog een probleem als we waterstof willen gaan rijden: de infrastructuur is tot nu toe slechts rudimentair ontwikkeld. In Nederland zijn er eind dit jaar als het goed is 17 tankstations waar je waterstof kunt tanken, in Duitsland ongeveer 75. In Frankrijk hoopt men er over drie jaar ongeveer 100 te hebben. Al deze tankstations worden gefinancierd door commerciële bedrijven. Die zijn vaak best bereid om hun nek behoorlijk uit te steken maar dat doen ze alleen als het commercieel interessant genoeg is. De infrastructuur wordt niet of nauwelijks uitgebreid als er te weinig potentiële klanten zijn. Daarom zal het aantal waterstoftankstations zonder steun van de overheden niet significant toenemen.

Vooral bussen en vrachtwagens profiteren van brandstofcellen

Een andere mogelijkheid is dat de ontwikkeling van waterstofvoertuigen zich op één soort voertuigen concentreert. In het geval van bijvoorbeeld bussen en vrachtwagens komen de voordelen van de waterstoftechnologie bijzonder goed tot hun recht. Daarmee zou de ontwikkeling van het netwerk van tankstations zich in eerste instantie kunnen concentreren op industriegebieden en busstations. Omdat veel bussen en vrachtwagens vanuit één centraal punt (remise, distributiecentrum) rijden kan dan met een beperkter aantal waterstoftankstations worden volstaan. Bovendien is de meerprijs van de waterstoftechnologie bij deze kostbare voertuigen in verhouding een stuk lager. Als er daarnaast nog wat financiële voordelen zijn dan is de omschakeling naar rijden op waterstof een stuk interessanter. In Zwitserland is er bijvoorbeeld een enorm verschil van soms wel 200.000 euro tussen de wegenbelasting voor een truck op diesel en op waterstof.

Meerdere soorten aandrijvingen naast elkaar

Uiteraard is het ook niet realistisch om te verwachten dat we overal in een korte periode overschakelen op uitsluitend elektrische voertuigen (EV’s) en waterstofvoertuigen (FCEV’s). Deskundigen gaan ervan uit dat er op de lange termijn waarschijnlijk verschillende vormen van elektrische aandrijvingen naast elkaar bestaan. Daarbij zal er ook een flink aantal voertuigen met een (plug-in) hybride aandrijving rondrijden.

Afbeelding: © Scania