Porsche heeft al decennia last van het ‘top-down syndroom’. De eerste versies van een nieuw model zijn steevast de dikke varianten. Een tijdje later volgen de bravere versies. Deze Taycan is zo’n brave versie, met alleen aandrijving op de achterwielen, wat minder uitrusting, een relatief compacte accu en niet te gek veel vermogen. En dus ook een enigszins acceptabele prijs.
Ballen tonen
En met die prijs gaat het in dit verhaal eigenlijk meteen een beetje mis. Een basic-Taycan kost 87.200,- euro, daarmee is de elektrische Porsche slechts 600,- eurootjes duurder dan zo’n lekkere Porsche 718. De testauto was door de persafdeling van de fabriek in Stuttgart moddervet aangekleed, en dat brengt zijn prijs in Nederland naar 141.810,- euro. Niet echt basis dus. Eigenlijk hadden ze bij Porsche ‘ballen moeten hebben’, en deze basis Taycan gewoon Taycan RWD moeten noemen. Dat is het namelijk. Gewoon een lekkere rearwheeldrive Porsche.
En daarmee is het merk terug naar de basis, zoals het in de jaren vijftig begon met de 356. Motortje achterin, aandrijving naar de achterwielen, en er ontstaat vanzelf iets leuks. Porsche is zo’n beetje de bedenker van dit principe, generaties lang was de 911 alleen leverbaar met achterwielaandrijving. Inmiddels is verreweg het merendeel van de nieuwe 911’s voorzien van aandrijving op alle wielen. En ook de tot op heden afgeleverde Taycan’s hadden integrale aandrijving.
Voor welke opties moet je gaan
Goed, de Taycan. Als instapper, kost ‘ie dus net geen 90 mille. Maar hier, vet in de opties, komt er zomaar een halve ton bij. Welke van deze opties zijn noodzakelijk, of in ieder geval het overwegen waard? Je zou de optionele luchtvering kunnen bestellen, kost je zo’n 2300 euro. Het maakt de auto comfortabeler dan de standaard schroefveren.
Ook prettig: de aansluiting van het laadpunt zit aan de voorzijde van de auto, de neus staat relatief laag. Dus is een laadpunt op een verhoging geplaatst, dan kan er nog wel eens schade ontstaan aan de frontsplitter die aan de onderkant van de bumper zit.
Kies je voor de optionele luchtvering, dan kun je de auto liften, en loop je minder risico op schade aan de voorzijde. Ook handig als je een hobbelige oprit hebt, die neuslift, om bij je landhuis te komen. Een optie die je zeker moet overwegen: de 22 kW AC-lader, in plaats van de standaard 11 kW versie. Ik heb zelf een 22 kW laadpunt thuis, en daar laadt deze Taycan dus echt loeisnel op.
Het torque vectoring system, waarmee de krachten tussen de achterwielen nauwkeuriger verdeeld worden, maakt van de Taycan een lekker sturende auto. Zeker als je voornemens bent af en toe een ‘driftje te leggen’, dan moet je deze optie aanvinken. Is ‘dwars gaan’ niet helemaal je hobby, wat begrijpelijk is, laat deze extra dan voor wat het is. Het transparante dak zou ik niet kiezen. Er is namelijk geen gordijn voor beschikbaar. Dat betekent dat de auto in de zomerzon serieus opwarmt.
90 kilo lichter
De motor in deze Taycan is dezelfde motor als achterin de 4S ligt, alleen heeft de 4S er voorin ook één liggen. Door het ontbreken van die motor weegt de basisversie van deTaycan 90 kilo minder. En dat voel je. Minder gewicht in de neus, da’s altijd beter. De Taycan met alleen achterwielaandrijving draait gewoon actiever een bocht in. Je kunt kiezen tussen 79 kWh of 93 kWh accu. Die keus moet je maken op basis van je mobiliteitsbehoefte. De Taycan met de kleinere accu trapt 408 pk naar de achterwielen, de versie met dikke accu haalt 476 pk.
Echte EV én een echte Porsche
Porsche is de Taycan-reeks lekker aan het uitrekken. De mogelijkheden nemen telkens toe; kleine accu, grote accu, één of twee elektromotoren, verschillende hoeveelheden vermogen, sedan of station-achtige Turismo en daar dan nog een SUV-variant van. Welke het moet zijn, hangt puur af van de inhoud van je portemonnee, het aantal kilometers dat je rijdt en of er liefde is voor veel vermogen.
Ongeacht de uitvoering die je kiest; Porsche weet indruk te maken met de bouwkwaliteit van de eerste volledig elektrische sedan, daarbij zijn de rijbeleving, de merkhistorie en de uitstraling helemaal op orde. Een echte EV, en een echte Porsche. En dat voor flink minder dan een ton in de euro’s, met dik 400 pk, en altijd het argument bij de hand dat je aan efficiëntie doet.
Tekst: Werner Budding
Camera: Rob Steltman