– Column door Werner Budding –
De media-afdeling van Vinfast moet goed gekeken hebben hoe in de jaren negentig de persreizen in elkaar zaten. Overgeorganiseerd, langdurig, overdadig, en vol gekkigheid. Feitelijk behoorlijk in tegenstelling met de communistische achtergrond van het land waar dit nieuwe merk vandaan komt.
Het begon ooit in Oekraïne
Neem een duik in de historie van de Vingroup en combineer dat met een beetje geografische geschiedenis en het is je al snel duidelijk dat de Vinfast-lancering een perfect geregisseerd line-up van een mondiaal conglomeraat in wording. Pham Nhat Vuong, grondlegger van het concern en CEO van de VinGroup, startte in 1993 een onderneming in gedroogd voedsel, in Oekraïne. Het Oekraïne dat destijds net los was uit de Sovjet wurggreep, en waar mogelijkheden die schurkten tegen het kapitalisme aan de orde van de dag waren. De nu als oligarchen bekendstaande personen en leiders van grote organisaties hebben niet zelden hun oorsprong in die tijd. Op die plek, toen en nu nog steeds de kraamkamer van de wereldwijde voedselketen, startte Pham Nhat Vuong zijn onderneming, vermoedelijk welwillend geholpen door eenieder die er een graantje van kon meepikken.
Van voedsel naar nog veel meer
In 2010 verkocht Pham Nhat Vuong, zijn voedseltak aan Nestlé, voor zo’n 150 miljoen dollar, en ging hij verder in eigen land – de Socialistische Republiek Vietnam, het land waar het communisme welig tiert. Met behulp van de partij groeit de Vingroup in een razend tempo. Zoals het een groot Aziatisch bedrijf betaamd, zit de Vingroup in van alles en nog wat; energie, woningbouw, woningverkoop en woningverhuur, telefonie, recreatie, hotels, de medische sector en sinds 2017 in auto’s.
Auto’s uit liefhebberij
Volgens een Vingroup woordvoerder zou Pham Nhat Vuong een groot autoliefhebber zijn, en mede om die reden een auto-industrie hebben willen opzetten in Vietnam. Die autoliefhebberij zou zomaar waar kunnen zijn, gezien de Vinfast SUV V8. Deze in licentie gebouwde BMW X5 van het vorige type heeft als President-uitvoering een moddervette 6.2 Corvette-V8 voorin. Blijkbaar wist Pham Nhat Vuong de familie Quandt van BMW te overtuigen van alle goede bedoelingen, want naast een X5-kopie mocht de Vingroup de productielijn overnemen van het vorige type BMW 5 Serie. Daarin kieperden de Vietnamezen een van General Motors afkomstige 2,0-liter viercilinder turbomotor. En zo ontstond er de afgelopen jaren een heus automerk, Vinfast.
Flink verlies
Dat het starten van een automerk minder eenvoudig is dan het wellicht lijkt, blijkt uit het verlies dat Vinfast afgelopen jaar maakte, dik één miljard dollar, hetgeen zou komen door de productie van de ICE-modellen, waar de vraag flink van is afgenomen. Pham Nhat Vuong heeft net zijn tijd niet mee gehad met de ‘autoplannen’, of het is toch niet zo’n visionair als zijn volgelingen bij Vingroup willen doen geloven. In Vietnam en bij de Vingroup-medewerkers lijkt Pham een Musk-achtige status te hebben. Was Vinfast echter meteen in 2017 gestart met de ontwikkeling, bouw en verkoop van elektrische modellen, dan had het wellicht gelijk opgetrokken met nieuwkomers als BYD, Nio en andere succesvolle merken uit China.
Nu knalt Vinfast alsnog uit de startblokken, met de VF8 en de VF9, die zowel voor de Amerikaanse, Europese als Aziatische markt zijn bedoeld. Hoe de Vinfast VF8 rijdt, kon je eerder deze week al op e-drivers.com lezen. Dat het merk de wereldmarkt serieus neemt, lijkt zonneklaar. De designers bij Pininfarina verrichtten het tekenwerk, de productie vindt vooralsnog plaats onder de rook en de verstikkende, vochtige hitte van de Vietnamese hoofdstad Hanoi. Maar de grote vraag is, wordt het wat met Vinfast?
Onvoorstelbare slagkracht
In thuisland Vietnam, een van de snelst groeiende economieën van Azië, in elk geval wel, al was het maar omdat de overheid achter de schermen een sterke invloed heeft op het bedrijf, en dus op het succes. Het communistische land is sterk gebaat bij controle. En laat de Vingroup nou in staat zijn om in een maand of zes een stad van veertigduizend inwoners te bouwen, inclusief enorme zoutwater meren waar de bewoners hun weekendontspanning mogen ervaren. Ik mocht een kijkje nemen bij zo’n stad, dat onder de gezellige naam Vinhouse is ontwikkeld.
Opvallend en bijzonder handig voor een regime dat graag controleert, zijn de gezicht herkenningssystemen bij alle in- en uitgangen. Of je nou koffiedrinkt in een Vinwinkel, een duik neemt in het Vinlake of jezelf gewoon verplaatst in een Vinfast door de nieuwbouwstad, elke beweging die je maakt, gaat als data in de systemen. En da’s precies wat de overheid kan gebruiken, data, kennis en informatie over de ongeveer honderd miljoen inwoners van Vietnam. En dus zal de communistische partij de Vingroup weinig in de weg staan, ze hebben elkaar nodig.
Prestaties en kwaliteit
Buiten Vietnam is het natuurlijk een ander verhaal. De enige reden om in de ‘Oude Wereld’, in Canada of in Amerika een Vinfast aan te schaffen, is omdat de auto je aanstaat. Dat kan te maken hebben met de prijs, de prima specificaties, het nette uiterlijk of met de voorwaarden inzake garantie en service. Oftewel, buiten Vietnam moeten de modellen van Vinfast het hebben van prestaties en kwaliteit. En daar lijkt, na een paar dagen sturen in Vietnam niet veel mis mee. Geholpen door de eigen overheid heeft Vinfast in relatief korte tijd twee interessante elektrische modellen ontwikkeld, en er komt meer aan.
Met dank aan de overheid
Zo zie je maar: een overheid die assisteert, zorgt bij een automerk voor snelheid in de ontwikkeling en slagkracht, en dat leidt al snel tot succes. Dat de Vietnamezen als klant van de Vingroup hiervoor al hun privacy cadeau moeten doen, maakt het voor hen misschien wat zuur. Aan de andere kant, de Vietnamese bevolking weet niet anders, na decennia communisme.
