De Polestar 4 Long Range Single Motor is een opvallende nieuwkomer in het premium EV-segment. Met zijn minimalistische Scandinavische design, indrukwekkende actieradius van ruim 600 kilometer en een scherp prijskaartje van net onder de 60.000 euro, positioneert hij zich als een aantrekkelijk alternatief voor concurrenten als de Tesla Model Y, Volkswagen ID.5 en zelfs de Porsche Macan. Maar is dit ook de beste Polestar tot nu toe? In deze review nemen we het rijgedrag, de prestaties én het omstreden ontbreken van een achterruit onder de loep.
Minimalistisch en houdbaar design
Je kunt de Polestar 4 moeilijk iets tekortdoen qua uitstraling. De auto oogt strak en stijlvol, zonder overbodige franje of modegrillen die snel kunnen verouderen. Met zijn cleane lijnen en forse afmetingen – 4,84 meter lang en 2,14 meter breed inclusief spiegels – staat hij stevig op de weg. Het minimalistische design is niet alleen tijdloos, maar ook aerodynamisch en elegant.
En dan is er nog het meest besproken designelement: het ontbreken van een achterruit. Hoewel dat op papier een groot nadeel lijkt, draagt het verrassend weinig bij aan de esthetiek. De gesloten achterkant zorgt er wel voor dat je altijd gespreksstof hebt. Hoe bevalt het in de praktijk? Is die digitale binnenspiegel echt een volwaardig alternatief? En gaan meer merken deze trend volgen?
Vooral bij situaties waarin je over je rechterschouder moet kijken – bijvoorbeeld bij een haakse bocht – is het even wennen. Je verwacht een achterruit, maar kijkt in een zwart gat. De digitale spiegel biedt gewenning, maar vraagt wel wat van je focus. Toch went het systeem na een paar dagen. En er is ook een voordeel: de achterbank voelt ruimer aan, vooral qua hoofdruimte. De bagageruimte meet meer dan 500 liter, en ook onder de motorkap is 15 liter extra opbergruimte – handig voor je laadkabels.
Prestaties: Accu half vol = minder kracht
De door ons geteste Long Range Single Motor is de meest interessante versie voor de Nederlandse markt. Eén elektromotor, 272 pk, achterwielaandrijving en een prijs van €59.800. Dankzij de 100 kWh-accu (de enige beschikbare optie momenteel) kom je tot wel 620 kilometer ver – zo’n 40 km meer dan de versie met twee motoren en 544 pk.
De laadsnelheid ligt op 200 kW DC, en dat haalt de auto ook daadwerkelijk in de praktijk. Wat wel opvalt: als de accu half vol is, merk je dat ook in de vermogensafgifte. De Polestar 4 voelt dan minder krachtig aan. Dat is iets om rekening mee te houden, vooral tijdens lange ritten.
Geen luchtvering voor de Polestar 4
Hang je graag een caravan aan je auto, dan kom je nog wel eens bedrogen uit bij een elektrische auto. Scandinaviërs zijn net als Nederlandse gek op vakanties met een eigen hutje-op-wielen. Dat blijkt, achter onze testauto mag een aanhanger van maximaal 1500 kilo zwaar, de tweemotorige versie redt zelfs 2000 kilo. Polestar vindt zelf dat de ‘4’ een Porsche Macan concurrent is. Ook achter die Macan mogen soortgelijk zware caravans. Inzake rijgedrag komt de ‘4’ redelijk overeen met de Macan. Met instelbare dempers blijft de ‘4’ vrij stevig gedempt. De versie met ééndimensionale dempers moet het evenmin hebben van zijn comfortabele onderstel. Begrijp me niet verkeerd, het is niet zo dat je uit je stoelen stuitert, maar die ruim 2200 kilo wagengewicht moet ergens naar toe. Wetende dat Polestar zich graag neerzet als dynamisch merk, dan begrijp je zijn rijkarakter wat beter. Om eerlijk te zijn, het bevalt mij prima dat je voelt wat er onder de auto gebeurt. Geen luchtvering dus onder dit model Polestar, wel onder de Polestar 3, die dankzij een tweekamer luchtveringsysteem een meer uitgebalanceerd onderstel heeft.
Conclusie: De beste Polestar?
Met het karakter in de softe modus rijdt de Polestar 4 het fijnst. Hij heeft gewoon een soepele vermogensafgifte, en digitaal kun je een beetje ‘gewicht’ in de besturing brengen. Met de remmen is weinig mis; het gevoel tussen daadwerkelijk aangrijpen van de blokken op de schijven en het regenereren is niet voelbaar, da’s fijn. In totaliteit is de Polestar 4 zeker het overwegen waarde als je mag winkelen in de prijsrange van rond de zestig mille. De auto biedt voldoende dynamiek, heeft een prettig werkend mediasysteem, keurig laad- en rijbereikspecs en kost een klap minder dan de Porsche Macan, maar goed, het is dan ook geen Porsche. Wel ook een alternatief voor de Tesla Model Y en de duurdere versies uit Volkswagen’s ID-reeks. Ga even een middagje sturen, kijken of je aan die ‘digispiegel’ kan wennen. Oja, de kop boven dit verhaal, even uitleggen. Zoek je de beste Polestar, ga dan voor de ‘3’.
Tekst: Werner Budding, camera: Rob Steltman
