Het Europees Parlement heeft ingestemd met een nieuwe rijbewijsrichtlijn die bestuurders met een rijbewijs B toestaat voertuigen tot 4.250 kg te besturen, zolang deze worden aangedreven door elektriciteit of een andere alternatieve brandstof. Deze langverwachte stap neemt een belangrijk obstakel weg voor de inzet van grotere elektrische bestelwagens.
Meer ruimte door extra gewicht accu’s
Veel elektrische bestelwagens overschrijden de klassieke 3.500 kg-grens puur vanwege hun aandrijflijn. Een Mercedes eSprinter of Ford E-Transit met groot accupakket zit qua leeggewicht al snel boven de 2.700 kg. Tel daar de nodige belading bij op en de B-grens wordt al gauw overschreden – terwijl het voertuig technisch verder identiek is aan de dieselvariant.
Tot nu toe betekende dat: C- of C1-rijbewijs, met hogere kosten, extra opleidingsvereisten en beperkingen in inzet. De nieuwe richtlijn erkent dat als een rem op de elektrificatie van lichte bedrijfsvoertuigen.
Uitzondering geldt alleen voor ‘schone’ voertuigen
De versoepeling geldt alleen voor voertuigen met alternatieve aandrijving, zoals volledig elektrische bestellers, waterstofmodellen of biogasvarianten. Het extra gewicht moet voortkomen uit het accupakket of de aandrijflijn – niet uit lading of opbouw.
Lidstaten mogen aanvullende eisen stellen, zoals een praktijkmodule of theoretische instructie, maar een vrachtwagenrijbewijs verplichten mag dus niet meer. Daarmee wordt de drempel voor schone voertuigen op papier gelijk aan die van fossiele alternatieven.
Gevolgen voor EV-markt en beleidsmakers
De maatregel wordt breed verwelkomd door fleetowners, fabrikanten en belangenorganisaties. Vooral leasemaatschappijen en gemeenten zien nu meer ruimte voor grotere elektrische voertuigen, zonder dat ze chauffeurs met een C-rijbewijs hoeven in te zetten. Fabrikanten als MAN, Stellantis en Maxus leveren al modellen die profiteren van de extra marge.
Voor de Nederlandse markt betekent dit concreet dat voertuigen met meer laadvermogen of accucapaciteit gemakkelijker inzetbaar worden, bijvoorbeeld in zero-emissiezones of voor gemeentelijk werk.
Nationale invoering en vervolgstappen
Het is niet zo dat nu deze richtlijn vorige week is aangenomen, dat deze meteen in de wetgeving is verwerkt. Dat gaat echt nog even duren, en misschien wel langer dan ons lief is. De richtlijn treedt namelijk pas na de formele afronding in werking. Daarna krijgen de EU-lidstaten nog eens vier jaar om de regels om te zetten in nationale wetgeving. Nederland mag dit ook versneld doen. Het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat werkt schijnbaar al aan de uitwerking. RDW en ILT begeleiden de implementatie.
Een belangrijke vraag is nog of Nederland kiest voor een aanvullende rijopleiding of toets. Dat zal mede bepalend zijn voor hoe snel en soepel bedrijven van de nieuwe regeling kunnen profiteren.