De designafdeling van Mercedes moet wel heel content zijn geweest met het ontwerpresultaat van de EQS. Bij de volgende opdracht, de EQE, werd het design klakkeloos overgenomen. Maar de vraag is, of dat iets uitmaakt.
Verschillen met EQS zijn beperkt
Want laten we wel zijn, bij de merken Audi, BMW en Mercedes zijn de designafdelingen maar zelden in staat om groot onderscheid in de modellen line-up te creëren. Met een doel, uiteraard: rijdend in een C-klasse wil je je als consument niet de ‘mindere’ van de E-klasse voelen. Onderhuids zijn de verschillen in de klassen natuurlijk wel flink waarneembaar. Het topmodel, of dit nou een S-klasse is, een BMW 7 Serie of een Audi A8, is altijd de technologische vaandeldrager.
Maar in het geval van de EQE zijn de innovatieve verschillen beperkt, in vergelijking met de ruim vijfentwintig centimeter grotere EQS. Ja, de accu in de EQS meet een bruikbare energie-inhoud van 107,8 kWh, tegen 90,6 kWh in de EQE. Het hyperscreen dan, optioneel leverbaar in de EQS? Kun je ook krijgen in de EQE, tegen extra betaling en vermoedelijk ook wat extra geduld. Sommige opties veroorzaken momenteel extra levertijd. Veel mis is er niet met het ‘in tweeën gedeelde’ scherm waar de EQE standaard mee is uitgerust. Behalve dat het vette vingers achterlaat, maar ja, die makke heeft elk aanraakscherm nou eenmaal. Nee, je hoeft een EQE niet te laten staan omdat je vermoedt dat de auto technologisch achterloopt op de EQS.
Achterin iets minder ruim
Inzake binnenruimte is het een ander verhaal. De jongste generatie elektrische modellen van Mercedes zijn getekend door de windtunnel. Waarbij de EQS zelfs het predicaat ‘meest aerodynamische straatlegale auto ter wereld’ draagt. De EQE sleept met zijn kortere achterzijde wat meer ‘drag’ achter zich aan, zodat hij aan een cW-waarde komt van 0,22, tegen 0,21 voor de EQS. De aflopende daklijn in de EQE snoept uiteraard wat ruimte weg voor de achterpassagiers, waardoor we kunnen stellen dat je gewoon voor een Mercedes E-klasse moet gaan, als je een vervoermiddel zoekt voor je taxibedrijf. Niet dat het behelpen is achterin de EQE. In tegenstelling tot de E-klasse ontbreekt er een cardanas, en dus vinden je voeten meer plek op de bodem.
Ga voor de luchtvering
Het rijgedrag van de EQE is niet significant anders dan in de EQS, behalve dat onze testauto op dik 21 inch materiaal stond, en dat creëert tezamen met de banden met harde wangen en meer interne druk wat meer stevigheid in het rijgedrag. In elke auto ontstaat meer hardheid als de band een plattere wang heeft, maar bij elektrische auto’s is het verschil nog beter voelbaar, omdat de banden een enigszins andere structuur hebben om het stevige wagengewicht naar behoren te dragen. Stevig? Ja, behoorlijk, met 2,2 ton.
Desondanks weet de EQE met zijn geweldige rijgedrag te imponeren. Zodra je vertrekt, lijkt de wereld niet meer te bestaan. Stilte, sublieme zetels waarop je zit, een perfecte zitpositie, een mooi afgestemde luchtvering, heel veel koppel en bedieningscomponenten waar je per direct aan gewend raakt. Moet je overigens wel de optie ‘luchtvering’ aanvinken, want standaard staat een EQE op stalen veren. Die versie hebben wij niet gereden, maar het kan niet anders – zeker gezien het stevige gewicht – dan dat de EQE er gewoon veel minder comfortabel door is.
Welke uitvoering?
Kiezen tussen de EQE en de EQS (104.907,- euro) zal vermoedelijk een keuze op basis van financiën zijn. De prijslijst start net onder de zeventig mille, voor de EQE 300. In de bodemplaat van die versie zit een fractioneel kleinere accu, van (bruikbaar) 89 kWh, maar van een andere leverancier, met minder energiedichtheid. In de specificaties zou één kWh geen grootse afwijking in het rijbereik moeten weergeven. De EQE 300 komt op papier iets minder ver. Terwijl de 350+ (nee, er komt geen 350 zonder +) 660 kilometer ver zou moeten komen.
Als je althans niet al te enthousiast met de 292 pk speelt. De EQE 300 komt aan 245 pk, wat eigenlijk meer dan voldoende is. Want je zou, in een vlaag van jeugdige onbezonnenheid, lekker kunnen driften met de achterwielaangedreven EQE 350+, maar deze auto nodigt in zijn hele karakter uit om relaxed te rijden. Naar wens een beetje geholpen door de verbluffend goede systemen die de Mercedes deels autonoom laten rijden, maar vooral in alle rust. Wat een heerlijk comfortniveau biedt deze Mercedes. Oja, verkrijgbaar vanaf 79.850,- euro. Als wij het mogen zeggen; ga voor de EQE 300, met luchtvering en eventueel een AMG-pakket, dan hou je nog mooi wat euro’s in je zak.
Tekst: Werner Budding
