Het is geen geheim dat Europese autofabrikanten het lastig vinden om prijstechnisch de concurrentie aan te gaan met het altijd prijsbewuste Tesla. Bij elke nieuwe golf van concurrentie past Tesla zijn prijzen aan, waardoor het voor merken zoals Peugeot een uitdaging blijft. De elektrische Peugeot 308 moet het dan ook niet hebben van zijn prijs, maar heeft andere troeven in handen.
Wat kost de Peugeot e-308?
De basisprijs van een Peugeot e-308 bedraagt 43.585,- euro. Da’s voldoende laag om 2950,- euro subsidie op te strijken, maar vergeleken met de prijs voor een instap-Model 3 niet bepaald scherp. Kijken we dan even naar de Volkswagen ID.3, de verse en elektrische Opel Astra (zelfde techniek als deze E-308), een MG4 en de elektrische Renault Mégane, dan maakt de e-308 evenmin indruk met zijn concurrerende prijsstelling. Genoemde modellen zijn allemaal scherper geprijsd. Maar goed, er zijn natuurlijk best wat consumenten die absoluut geen Chinese elektrische auto willen, om geopolitieke redenen bijvoorbeeld, of omdat ze geen auto willen afkomstig uit een land dat onder niet-democratische leiding staat. Evenmin loopt iedereen weg met Tesla, al was het maar omdat er inmiddels bijzonder veel van rondrijden in Nederland.
De E-308 verzet niet de piketpaaltjes
Duiken we even goed in de specs van de e-308, dan valt een aantal zaken op. Aan een DC-lader komt de 54 kWh accu niet voorbij de 100 kW. De genoemde basis-Model 3 scoort 170 kW. In de voordeligste e-308 moet je – met 156 pk – niet met elke auto een stoplichtsprint aan willen gaan. Rij je niet al te stevig door, dan kom je officieel 412 kilometer ver in de nieuwe elektrische 308, waarbij we weten dat de EV-aandrijflijn die door Stellantis in gebruik is, behoorlijk gevoelig is voor lage temperaturen. Kortom, bij een gemiddelde mobiliteitsbehoefte voldoet de e-308 ongetwijfeld prima, maar hij verzet cijfermatig allesbehalve de piketpaaltjes inzake cijfers.
Dat laag geplaatste stuur blijft wennen
De elektrische 308 moet het hebben van zijn prettige rijgedrag. Ofschoon het met 1659 kilo geen vlieggewicht is, hoewel hij voor een EV een net gewicht heeft, weet het onderstel goed om te gaan met de kilo’s. Ook als de boel onder druk staat, bij serieuze snelheden op een slechte, bochtige weg, zo ervaarden we in het binnenland van Catalonië. Daarbij zit je goed, op mooi volwaardige stoelen. Het infotainment functioneert draadloos met Apple Carplay, maar is niet het snelst reagerende systeem dat we kennen. Leuk is de 3D-functie in het centrale display boven het stuur, dat belangrijke dingen vóór op het netvlies toont, en de iets minder belangrijke liggen wat dieper in het scherm en zie je dus later. Eigenlijk is het scherm dat boven het stuur is geplaatst, hetgeen wat gewenning vraagt, een soort mix van head-up display en conventioneel dashboard.
De stationwagen kost slechts 1300,- euro extra
Een reden om voor de e-308 te gaan zou te maken kunnen hebben met het feit dat er een stationwagen van beschikbaar is. Voor 1300,- euro extra krijg je niet alleen een aantrekkelijker ogend model, maar ook 550 liter bagageruimte. Bovendien is die bagageruimte mooi ingedeeld en voorzien van allerlei handigheidjes die de kofferbak functioneler maken. Wetende dat er niet veel stations met een elektrische aandrijflijn op de markt zijn, kunnen we ervan uitgaan dat de e-308 SW de populairste uit de serie zal zijn. Een elektrische gezinsauto hoort alleen wel de mogelijkheid te hebben om er een aanhanger achter te hangen, en laat dat nou niet mogelijk zijn. De elektrische 308 is, kortom, een EV die geen grootste prestaties neerzet. Maar wil je perse een elektrische auto uit Frankrijk, dan is de keuze niet reuze, dat kan ik het voordeel zijn van de e-308.
Tekst Werner Budding camera Rob Steltman
Mooie auto, maar flinke prijs, jammer.
Ik heb nog steeds het gevoel dat Europese autofabrikanten niet volledig toegewijd zijn aan de ontwikkeling van elektrische auto’s, wat tot enige moeizame vooruitgang heeft geleid. Sinds het begin werd gesuggereerd dat elektrische auto’s uiteindelijk qua prijs vergelijkbaar zouden zijn met brandstofmodellen. Na bijna een decennium lijkt dit doel nog niet volledig te zijn gerealiseerd. De opkomst van Chinese concurrenten in de markt werpt ook vragen op, aangezien zij schijnbaar succesvoller zijn in dit opzicht. Als deze trend zich voortzet, bestaat het risico dat gerenommeerde autofabrikanten in zwaar weer kunnen belanden. De sector staat voor uitdagingen, en het is van cruciaal belang dat Europese fabrikanten zich blijven aanpassen en innoveren om relevant te blijven in een steeds veranderend autolandschap.