Ook Nissan introduceert een elektrische stadsauto

elektrische stadsauto Nissan

Ooit was Nissan een van de boegbeelden van elektrisch rijden. De Leaf zette in 2010 de toon voor een hele generatie emissievrije auto’s. Maar vijftien jaar later is die positie flink verzwakt. Net als Nissan’s Europese marktaandeel. Nissan aast op een comback en komt in 2026 met een elektrische stadsauto, gebouwd op het platform van de nieuwe Renault Twingo Electric.

Techniek van Renault, design van Nissan

Het lijkt een bescheiden stap. Maar achter die samenwerking schuilt een fundamentele koerswijziging: Nissan kiest niet langer voor leidende innovaties, maar voor slimme implementatie. Minder risico, snellere time-to-market – en mogelijk precies wat er nodig is om in Europa weer voet aan de grond te krijgen.

De compacte EV in kwestie wordt een A-segmentauto, specifiek bedoeld voor stedelijk gebruik. Hij staat op Renault’s CMF-AEV-platform, ontwikkeld door Renault’s dochterbedrijf Ampere, en wordt gebouwd in India. Maar het uiterlijk wordt volledig door Nissan ontworpen. Geen badge-engineering dus, al wordt het dus wel een model dat onderhuids nauw verwant is aan de nieuwe Twingo Electric, die eveneens in 2026 op de markt komt.

Een ‘soort van’ zustervoertuig van de Twingo Electric dus. Die nieuwe Twingo wordt gepositioneerd als een betaalbaar model onder de €20.000, met een zeer laag energieverbruik (<10 kWh/100 km) en compacte afmetingen (ca. 3,70 meter). Nissan’s variant volgt dezelfde technische lijn, maar met een eigen carrosserie en mogelijk een ander digitaal ecosysteem. Daarmee hoopt het Japanse merk zich visueel én functioneel te onderscheiden van Renault, terwijl de ontwikkel- en productiekosten laag blijven.

Een nieuwe rolverdeling binnen de alliantie

De alliantie tussen Renault en Nissan is de afgelopen tijd ingrijpend herzien. Waar eerder sprake was van gedeelde investeringen en verstrengelde belangen, ligt de nadruk nu op projectmatige samenwerking. Nissan trekt zich bijvoorbeeld terug als investeerder in Ampere, maar blijft wel afnemer van Renault-technologie. En hoewel de aandelenkruising wordt teruggebracht tot 10%, blijven beide merken nauw samenwerken aan verschillende modellen en platformen.

Voor deze elektrische stadsauto betekent dit dat Renault de techniek voor zijn rekening neemt, Nissan het design, en dat beide partijen de productielijn delen. De auto wordt gebouwd in Chennai, waar Renault onlangs het volledige eigendom van RNAIPL overnam. De fabriek is uitgerust voor zowel CMF-AEV- als CMF-B-platformen en wordt het hart van Renaults groeistrategie in India én van haar exportambities richting Europa.

Pragmatische strategie

Voor Nissan betekent deze strategie een duidelijke breuk met het verleden. Waar het merk met de Leaf nog zwaar investeerde in accutechnologie, laadinfrastructuur en marktopbouw, is de nieuwe strategie er een van kostenbeheersing en schaalvoordeel. Logisch, want wat Nissan nu nodig heeft, is een model dat snel op de markt kan worden gebracht tegen relatief lage kosten, en dat aanslaat bij de Europese consument.

Dat doet het merk door te mikken op het A-segment – een categorie die vanwege het kostenplaatje lang werd genegeerd door grote fabrikanten, maar nu weer aan belang wint. Dankzij regelgeving, stedelijke emissieplannen en dalende accuprijzen wordt het segment opnieuw aantrekkelijk. Niet met hightech vlaggenschepen, maar met compacte, toegankelijke en vooral bruikbare elektrische auto’s.

A-segment maakt comeback

De concurrentie in dit segment groeit gestaag. Renault trapt af met de Twingo Electric, Fiat werkt aan een nieuwe Panda EV, en ook Volkswagen bereidt met de ID.1 een compacte stadsauto voor. Toch blijven het er voorlopig maar weinig. Veel merken kiezen nog steeds voor grotere modellen, met hogere marges en minder afhankelijkheid van subsidies. Nissan kiest nu bewust de andere route – en dat is in zekere zin opnieuw pionieren, maar dan op pragmatische leest geschoeid.

Volgens eerste bronnen wordt de auto voorzien van een accupakket van zo’n 20 tot 25 kWh, met een reële WLTP-actieradius van 190 à 200 km. Opladen kan via 22 kW AC of rond de 30–50 kW DC. Genoeg voor stadsgebruik, en meer dan voldoende om dagelijks comfortabel mee uit de voeten te kunnen. Het interieur zal waarschijnlijk eenvoudiger zijn dan bij de Ariya, maar wel met het kenmerkende Nissan-design en mogelijk ook eigen software.

Kans of concessie?

Voor Nissan is dit model geen prestigeproject, maar een middel om weer een rol van betekenis te spelen op de Europese markt. Met minimale middelen én maximale samenwerking probeert het merk een compact model te lanceren dat inspeelt op de behoeften van de moderne stedeling: lage kosten, nul uitstoot, beperkte footprint. Geen iconen meer, maar praktische oplossingen.

Of het genoeg is voor een echte comeback, zal afhangen van de uitvoering, prijsstelling en positionering. Maar met deze elektrische stadsauto kiest Nissan duidelijk voor een andere toon: minder disruptie, meer realisme. En misschien is dat precies wat de markt – en Nissan – op dit moment nodig heeft.

Afbeelding: ChatGPT

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Vul alstublieft uw commentaar in!
Vul hier uw naam in