De namen Micra, Leaf en Juke klinken vertrouwd, maar technisch gezien begint Nissan opnieuw. Met nieuwe EV-platformen, efficiënte aandrijftechniek en een duidelijke Europese focus probeert het merk niet per se te verrassen, maar wel te overtuigen. Slim, want herkenbaarheid én techniek kunnen precies zijn wat de EV-markt nu nodig heeft.
Gedeelde technologie, verschillende karakters
Nissan kiest voor herkenbare modellen, maar zet ze neer op compleet nieuwe fundamenten. De Leaf en (naar verwachting) de Juke maken gebruik van het CMF-EV-platform, dat we al kennen van de Ariya. De Micra krijgt het AmpR Small-platform, ontwikkeld binnen de Renault-Nissan-Mitsubishi-alliantie, specifiek bedoeld voor lichte en compacte BEV’s.
Het modulaire karakter van deze platformen stelt Nissan in staat om verschillende modellen te bouwen met gedeelde componenten, wat kosten drukt en ontwikkelingstijd verkort. Tegelijk kunnen accupakketten, wielbases en binnenruimte aangepast worden aan het type auto. Het resultaat: drie modellen met een eigen karakter, maar onderhuids stevig verwant.
Leaf 3.0: bekende naam, compleet nieuwe auto
De derde generatie van de Leaf laat zien hoe ver Nissan is gekomen sinds het originele model uit 2010. De nieuwe versie heeft een crossovervorm gekregen, betere aerodynamica en een compleet vernieuwde aandrijflijn. De auto staat op het CMF-EV-platform, net als de grotere Ariya, maar mikt qua formaat en positionering op het middensegment.
Een belangrijk technisch verschil is de toepassing van Nissan’s 3-in-1 EV-aandrijfsysteem. Hierbij zijn de motor, omvormer en versnellingsunit geïntegreerd, wat ruimte bespaart en het gewicht verlaagt. Dit draagt direct bij aan meer binnenruimte én een grotere actieradius – al zijn officiële cijfers daarover nog niet vrijgegeven.
Laadtechnisch wordt er uitgegaan van snelladen met vermogens tot 130 kW. AC-laden gebeurt via 11 kW, zoals gebruikelijk in dit segment.
Micra EV: Europees platform, strak gepositioneerd
De volledig elektrische Micra wordt een compacte stadsauto, speciaal voor de Europese markt. Hij komt op het AmpR Small-platform, een schaalbare, lichtgewicht architectuur die Renault en Nissan samen ontwikkelden voor B-segment EV’s. Denk aan lage verbruikscijfers, compacte accupakketten en relatief snelle laadtijden voor stadsgebruik.
De elektrische Micra zal naar verwachting rond de 350 km aan rijbereik bieden (WLTP), met een accupakket van ongeveer 40–45 kWh. De aandrijving gaat via de voorwielen, met veel aandacht voor een hoge efficiëntie en prima wendbaarheid.
De van de elektrische Renault 5 afgeleide Micra wordt in Frankrijk gebouwd en krijgt daardoor toegang tot kortere logistieke ketens en betere beschikbaarheid in Europa – iets waar veel andere merken mee schijnen te worstelen.
Juke EV: expressieve vorm, solide basis
De elektrische opvolger van de Juke verschijnt in 2026 en borduurt voort op het Hyper Punk-concept. Hoewel het design dus de aandacht trekt, zit er ook onderhuids voldoende om naar uit te kijken. De verwachting is dat de elektrische Juke op het CMF-EV-platform komt te staan, net als de Leaf.
De nadruk bij de Juke ligt op connectiviteit en digitale personalisatie. Denk aan uitgebreide infotainment-opties, slimme rijhulp, cloudverbonden diensten en zelfs interface-personalisatie. Nissan wil hiermee vooral een jonger publiek aanspreken dat méér verwacht van z’n auto dan alleen een stille aandrijving.
Europa als uitgangspunt: kortere lijnen, betere aansluiting
Wat de drie modellen bindt, is dat ze allemaal ontworpen en/of gebouwd worden in Europa. De Micra komt uit Frankrijk, de Leaf en Juke worden deels ontwikkeld door Nissan Design Europe in Londen. Die keuze voor Europese productie en ontwikkeling is niet alleen logistiek slim, maar ook inhoudelijk relevant.
Europese regelgeving, laadinfrastructuur en gebruikspatronen verschillen sterk van bijvoorbeeld Azië of Noord-Amerika. Door modellen hier te bouwen, kan Nissan ze beter afstemmen op wat de Europese EV-rijder echt nodig heeft: compacte modellen, realistische actieradius en vlotte levering.
Evolutie is volgens Nissan beter dan revolutie
Nissan heeft geen schokkend nieuwe modellen gepresenteerd. Geen onverwachte concept cars of uit de lucht gevallen modelnamen. In plaats daarvan kiest het merk voor herkenbaarheid aan de buitenkant, en volledige vernieuwing onderhuids.
Door bestaande namen te koppelen aan nieuwe technologie, maakt Nissan de overstap naar elektrisch rijden minder abstract en tegelijk technisch relevant. Het resultaat: drie modellen met een eigen karakter en een gezamenlijk doel. En dat is in een oververhitte EV-markt misschien wel precies wat nodig is: kalm doorgroeien, in plaats van overhaast versnellen.