Renault presenteerde op de IAA 2021 de langverwachte Mégane E-Tech Electric. Volgens Renaults eigen reclame moet deze auto een “Renaulution” in gang moet zetten. Nu lijkt de Mégane E-Tech Electric niet direct een revolutie, zowel qua techniek als design. Maar toch is het een zeer veelbelovende auto.
Ten eerste is het een van de weinige elektrische hatchbacks. Het feit dat de meeste fabrikanten van elektrische auto’s, zeker als het om een compacter model gaat, voor een SUV of cross-over kiezen is het feit dat de accu toch altijd een zekere hoogte heeft. Die accu bevindt zich in de bodem en voegt toch wat extra hoogte aan de gehele auto toe.
Renault is niet voor niets een van de pioniers op het gebied van e-mobiliteit. Het is de Franse autofabrikant gelukt om een accupakket van slechts 11 centimeter hoog te maken. Daarmee kun je een relatief lage elektrische auto bouwen. En dat heeft natuurlijk weer positieve gevolgen voor de luchtweerstand en ook de actieradius.
De populairste elektrische hatchbacks van dit moment zijn de Volkswagen ID.3 en de Renault ZOE. Die laatste is een maatje kleiner maar qua afmetingen komt de Mégane E-Tech Electric aardig in de buurt van de VW ID.3, net zoals men de conventionele Mégane als (een van) de Franse tegenhanger(s) van de VW Golf kan beschouwen.
De VW ID.3 is 4,26 m lang, 1.81 m breed en 1.57 m hoog terwijl de Renault Mégane E-Tech Electric is 4,21 m lang, 1,80 m breed en 1,50 m hoog is. De Renault is dus maar liefst 7 centimeter lager. Hij is overigens ook maar liefst 15 cm korter dan de conventionele Megane, zonder dat dit ten koste van de binnenruimte zou gaan.
Sensual Tech
De designlijn van Renault wordt bepaald door het “Sensual Tech”-design. Dat krijgt bij de Mégane E-Tech Electric een nieuwe impuls. Een sterker oplopende raamlijn, de forse neus en een stevige schouderpartij geven de auto een robuust uiterlijk, zonder iets van het kenmerkende ‘vriendelijke’ uiterlijk van Renault in te leveren. Led-lampen en een fraaie lichtsignatuur versterken het moderne – maar niet té – uiterlijk van de nieuwe Renault.
Loungesfeertje
Het interieur van de Renault is zeer huiselijk en doet aan een soort van lounge denken. Dit weet Renault te realiseren met behulp van fraaie materialen, houtdecors en katoenachtige stoffen.
Uiteraard ontbreken in de Mégane E-Tech ook de grote beeldschermen. De geven een keur aan informatie geven over het voertuig, de reis, de buitenwereld en ook het nodige vermaak. Dit systeem draait – een primeur voor Renault – op het Android OS van Google. Dat werkt perfect en heeft zijn waarde onder meer bewezen in de Polestar 2. Zoals Renault zelf zegt: “de Mégane E-Tech electric integreert zich naadloos in het digitale ecosysteem van zijn gebruiker”.
De samenwerking met Google is wellicht een heel verstandige stap, als we denken aan de trubbels die Volkswagen heeft met het ontwikkelen van een eigen softwaresysteem.
Nieuwe Li-NMC-accucellen en 470 km actieradius
Renault maakt voor de nieuwe Mégane E-Tech Electric gebruik van een nieuwe generatie Li-Ion-accu’s die minder kobalt en meer nikkel bevatten. Deze lithium-nikkel-mangaan-kobalt-cellen (Li-NMC-cellen) hebben met 600 wattuur per liter volume ook een hogere energiedichtheid. Daardoor kunnen ze kleiner zijn. Bijkomend voordeel: deze cellen zijn ook nog eens vuurbestendig.
Het vloeistofgekoelde accupakket – Renault monteert een warmtepomp in de Mégane E-Tech Electric – heeft een maximale capaciteit van 60 kWh waarmee een WLTP-actieradius van tot 470 kilometer mogelijk moet zijn. Klanten kunnen kiezen voor een kleinere 40 kWh accu, daarmee zal de actieradius ongeveer 300 km bedragen.
Aan de DC-snellader kan de gebruiker de Mégane E-Tech opladen met een snelheid tot 130 kWh. De maximale AC-snelheid is net als bij de ZOE 22 kW. Renault past dit AC-laadvermogen waarschijnlijk aan per doelmarkt. In lang niet alle landen heeft men behoefte aan AC-laden met 22 kW. In tegenstelling tot de ZOE, waar het oplaadcontact in het front onder het logo is geplaatst, bevindt het contact zich bij de Megane aan de rechterzijde.
Twee aandrijflijnen
Kopers van een Renault Mégane E-Tech kunnen kiezen uit twee aandrijflijnen. De ene heeft 96 kW, de andere 160 kW. Die vermogens hebben we eerder gehoord, namelijk bij de nieuwe Nissan Ariya. De motoren zijn overigens eigen ontwikkelingen van Renault. Maar zowel de Mégane E-Tech als de Ariya staan natuurlijk op het door de alliantie gezamenlijk ontwikkelde CMF-EV-platform.
Beide aandrijflijnen van de elektrische Megane drijven overigens de voorwielen aan, wat best opvallend is. De meeste moderne EV’s hebben namelijk achterwiel- of vierwielaandrijving. Renault vindt het qua ruimteverdeling echter gunstiger om de motor voorin te plaatsen. Het zou natuurlijk kunnen dat de geringe hoogte van de auto weinig ruimte achterin biedt. Als je daar dan ook de motor monteert blijft er te weinig bagageruimte over. De krachtigste versie van de Mégane E-Tech sprint in 7,4 seconden van 0 naar 100 km/u en heeft een top van 160 km/h.
Komend voorjaar weten we meer
In februari volgend jaar opent Renault de orderboeken van de elektrische Mégane E-Tech Electric. Dan weten we als het goed is dus ook meer over de definitieve uitvoeringen en prijzen. De eerste exemplaren komen als het goed is in maart. Komend voorjaar weten we dus of het Renault inderdaad gaat lukken om een waardige concurrent van de VW ID.3 op de weg te zetten. De beoogde concurrent voor de VW ID.4 – de Nissan Ariya – verwachten we een paar maanden daarna.
