Het Fraunhofer Instituut voor “Wertstoffkreisläufe und Ressourcenstrategie” onderzoekt het recyclen van elektrische auto’s. Het wil samen met partners uit de industrie en andere onderzoekscentra duurzame processen voor de volledige recycling van elektrische auto-onderdelen ontwikkelen.
Alle materialen recyclen
Hiervoor heeft het instituut sinds enkele weken het Zentrum für Demontage und Recycling – Elektromobilität (ZDR-EMIL) in Hanau ingericht. Dit wordt ter beschikking gesteld aan bedrijven uit de deelstaat Hessen.”Met de ZDR-EMIL worden geautomatiseerde en flexibele demontage- en recyclingprocessen ontwikkeld voor alle onderdelen van elektrische voertuigen. Samen met de regionale industrie kunnen we zo een hoog niveau van recyclingefficiëntie”, legt projectmanager Jörg Zimmermann uit. “Een belangrijk aspect van onze aanpak is dat we alle materialen terugwinnen. Dit omvat niet alleen de waardevolle kritische metalen. Ook bouwmaterialen zoals kunststof, aluminium en staal, die in veel grotere hoeveelheden aanwezig zijn.”
Geautomatiseerde, veilige en duurzame ontmanteling en recycling
De ZDR-EMIL wil een efficiënt recyclingmanagement opzetten. Het gaat hierbij om functionele componenten van e-mobiliteit zoals accu’s, brandstofcellen, vermogenselektronica en magneten van elektromotoren vanaf de demontage tot en met het hergebruik en de recycling. Volgens de verantwoordelijken ligt de nadruk op een geautomatiseerde veilige ontmanteling, duurzame mechanische en hydromechanische verwerkingsmethoden alsmede selectieve versnippering voor de recycling van alle productonderdelen.
Recyclingproducten en secundaire grondstoffen
Volgens de onderzoekers van ZDR-EMIL is het de bedoeling om in zo weinig mogelijk processtappen hoogwaardige recyclingproducten en nieuwe secundaire grondstoffen produceren. De processen moeten door robots worden ondersteund en geautomatiseerd. Daardoor zijn de recyclingprocessen ook in Duitsland economisch rendabel. In de toekomst wil ZDR-EMIL de technologieën in openbare en industrieel gefinancierde projecten verder ontwikkelen. Uiteindelijk wil men de faciliteit verder ontwikkelen tot een nationaal en mogelijk zelfs Europees centrum.
