Column door Bas van der Weerd
In januari is het twee jaar geleden dat Volkswagen startte met de productie van de ID.3, de eerste van de alsmaar verder uitgebouwde reeks volledig elektrische ID. modellen. Volkswagen heeft de mijlpaal van 500.000 geleverde ID-voertuigen bereikt. En dat zelfs sneller dan verwacht.
Een héél ander daglicht
Maar hoe verhoudt zich dat met bijvoorbeeld de Tesla Model 3, BMW i3 en Renault Zoe? Want die half miljoen elektrische Volkswagens zijn verdeeld over meerdere modellen. Naast de ID.3 zijn dat namelijk de ID.4, ID.5 en ID.6. Dat zet dat op zich indrukwekkende aantal toch al een beetje in een ander perspectief.
Want van de BMW i3, waarvan het nooit of te nimmer de bedoeling is geweest dat dit een echt volumeproductiemodel zou worden, zijn er een kwart miljoen gemaakt. Een groot deel daarvan zelfs in een tijdperk dat elektrisch rijden in de kinderschoenen stond. De Renault Zoe is er ook zo eentje, daarvan staat de teller al over de 350.000. En andere pionier is de Nissan Leaf. Daarvan zijn er al veel meer dan een half miljoen gebouwd. Ook die is al vele jaren in productie, ruim 10 jaar zelfs, zodat de aantallen per jaar wellicht wat minder interessant lijken. Maar ook daar geldt: er werden er al een heleboel gebouwd in de tijd dat elektrisch rijden voor veel mensen nog heel bijzonder was.
Aantallen van VW verbleken gewoon bij wat Tesla presteert
Tsja, laten we voor het gemak de Chinese autofabrikanten even laten voor wat het is en de oceaan oversteken. Want we hebben natuurlijk nog de Tesla Model 3. Een absolute kaskraker.
Op het moment dat zijn grootste concurrent – nota bene de Model Y uit de eigen gelederen – op de markt verscheen, had Tesla al meer dan een half miljoen eenheden van de Model 3 gebouwd. De Amerikaanse autofabrikant had daar zo’n twee jaar voor nodig. Maar dat was met één fabriek. Nu de productie van Tesla écht op volle toeren draait, in maar liefst 3 fabrieken, worden de aantallen pas écht indrukwekkend. De teller van de Model 3 en Model Y samen staat inmiddels al op 2,6 miljoen. Vorig jaar haalde men met die modellen nét niet de jaarproductie van een miljoen. Dit jaar waarschijnlijk wél.
Tesla heeft in zijn nog steeds vrij korte geschiedenis al meer dan 3 miljoen elektrische auto’s gemaakt. En dat voor een fabriek die je 10 jaar geleden nog amper een fabriek kon noemen. Hulde voor alles wat deze startup heeft bereikt. Een prestatie die dat half miljoen elektrische auto’s van Volkswagen dan ook in een heel ander daglicht zet. Zeg maar gerust: in de schaduw. En misschien zelfs dat nog niet. Sorry, Volkswagen.
Volkswagen: jullie hadden die voorsprong óók kunnen hebben!
Inderdaad, Tesla had natuurlijk een flinke voorsprong, en heeft die in feite nog steeds. Ondanks al die ‘elektrische offensieven’ – lees: speldenprikjes – van de bestaande merken. En juist door die voorsprong kan het Amerikaanse merk die enorme volumes steeds nog meer auto’s verkopen én afleveren. Zo kan het zijn voorsprong niet behouden, en zelfs uitbouwen. Wat mij betreft is het nog steeds een gelopen race.
Enorme gemiste kans
Nu mag Volkswagen nog steeds heel blij en trots zijn met dat half miljoen. Natuurlijk. Proficiat. Maar laat ze in Wolfsburg niet vergeten dat Volkswagen die voorsprong óók had kunnen hebben. Helaas besteedde de Duitse autofabrikant zijn tijd en geld toen nog liever aan het ontwikkelen van sjoemeldiesels. Zo zonde.
Als men toen op tijd wakker was geworden had het er nu ongetwijfeld heel anders uitgezien. Denk je eens in welke mogelijkheden de Volkswagen Groep heeft, een van de grootste autofabrikanten. En vergelijk die eens met een startup die ieder dubbeltje moest lenen. Dan had Volkswagen op dit moment wellicht een veelvoud aan elektrische auto’s verkocht. Een enorme gemiste kans, wat mij betreft, en eigenlijk ook onvergeeflijk. Jammerrrr, zou mijn vriendin zeggen.
