De BPM – oftewel, de Belasting van Personenauto’s en Motorrijwielen – leverde de overheid vorig jaar 2 miljard euro op. Dat is maar liefst 449 miljoen euro meer dan in het jaar daarvoor, een stijging van zo’n 30 procent.
Volgens het CBS is dat vooral te danken aan de toegenomen autoverkopen (de bijdrage van motorfietsen en campers aan de BPM-inkomsten is relatief klein). In 2017 werden ongeveer 416.000 personenauto’s verkocht en dat is 9 procent meer dan een jaar eerder toen er 383.000 over de denkbeeldige toonbank gingen.
Grotere modellen
Het gemiddelde BPM-bedrag per auto ging daarbij behoorlijk omhoog, van 3957 euro in 2016 naar 4652 euro in 2017. Dat komt vooral doordat consumenten vaker voor grotere modellen kozen. Modellen met een hogere CO2-uitstoot en dus een hoger BPM-bedrag.
Vrijgesteld van BPM
Volledig elektrische auto’s waren (en zijn) uiteraard vrijgesteld van BPM, maar aangezien het marktaandeel daarvan in 2017 iets onder de 2 procent lag, had dat weinig invloed op de BPM-inkomsten.
Verkoopdaling stekkerhybrides
Voor plug-in hybrides werd de situatie er in 2017 echter niet beter op. De overheid scherpte de BPM-regels aan, waardoor stekkerhybrides duurder werden. Dat vertaalde zich in een dramatische verkoopdaling, van bijna 19.000 stuks in 2016 naar slechts 1158 een jaar later.
