Afwijkend design – Column door Werner Budding

Mercedes EQC onderscheidend design

Van de week kregen we de bevestiging van Mercedes Nederland dat we volgende week een prettig uitgeruste en hartstikke elektrische EQC aan de e-drivers.com duurtestgarage kunnen toevoegen. Iets om naar uit te kijken, en het zette gelijktijdig ook aan tot denken.

Want die Mercedes EQC is wederom een elektrische auto met een afwijkend design, in vergelijking met het Mercedes-modellengamma met fossiele brandstof als aandrijfbron. Hoe lang houden we dat nog, twee designlijnen binnen één merk, om het verschil in uitstoot zichtbaar te maken?

EV-design

Voorbeelden van ‘EV-design’ in overvloed: Renault doet het met de Zoe, BMW maakt het behoorlijk bont met de i3, die niet alleen een extreem afwijkende vormgeving heeft, ten opzichte van elke andere BMW, maar waar vanbinnen ook tal van andersoortige materialen in zijn toegepast – schoon, groen en vooral herbruikbaar. De Leaf dan, die lijkt op geen enkel ander model van Nissan.

Toyota is zo’n beetje de bedenker van de alternatieve carrosserievorm behorend bij een ‘groene’ aandrijflijn. Vorige eeuw paste Toyota het toe bij de eerste Prius. Ook nu is een Prius nog steeds herkenbaar als een auto die het voornamelijk moet hebben van efficiëntie. Net als de Toyota Mirai trouwens. Een e-tron (nee, zonder hoofdletter, bescheiden als Audi is) zal iedereen herkennen als Audi, maar hetzelfde model is niet verkrijgbaar met een benzine of diesel torretje. Bovendien bestaat er geen regulier model uit de omvangrijke A-lijn van Audi met volledig elektrische aandrijving. En ook bij Porsche is de werkwijze gelijk; waarom geen e-Panamera of een Taycan met een bi-turbo V8?

Kostenefficiënt

Het kan ook anders: bij Opel zien ze het nut niet (meer) in van twee designrichtingen. Een Corsa kun je krijgen met een sympathiek driecilindertje of met een heerlijk geruisloze elektrische powerunit. En bij Kia, Hyundai en Peugeot doen ze hetzelfde. De werkwijze van deze merken lijkt mij een heel logische, want: minder kosten. Er hoeft maar één model te worden ontworpen, en dat vraagt om minder componenten. Niet verwonderlijk overigens dat juist Opel en Peugeot voor deze kostenefficiënte koers kiezen. De zakken van de samenwerkende ontwikkelingsafdelingen van deze merken binnen de PSA-organisatie zijn niet zo vreselijk diep.

Designbaas

Ik heb BMW’s designbaas Adrian van Hooydonk wel eens gevraagd naar de achterliggende gedachten van twee designrichtingen. De Nederlander vertelde me dat het voor een deel te maken heeft met het creëren van imago en onderscheid, maar zeker ook met de vrijheden die designers hebben bij het ontwerpen van elektrische auto’s. Onderhuids zijn bij een EV flink minder componenten aanwezig, bovendien vraagt een elektrische auto een minder ingewikkelde manier van koeling, dus ook daar ontstaan voor designers meer mogelijkheden, lees: vrijheden.

Maar ook BMW is van plan om van een aantal modellen een versie met verbrandingsmotor, hybride aandrijving én volledig elektrische aandrijving te ontwikkelen, welke van dezelfde productielijn moeten rollen. Dat heeft niet alleen met efficiency te maken, maar ook met flexibiliteit. Niemand kan immers voorspellen hoe de productievolumes van deze verschillende aandrijflijnen er in de toekomst uit gaan zien.

Recharge

Maar het blijft toch wel vreemd dat je als consument bij veel merken verplicht wordt je keus voor een elektrische auto zo duidelijk aan de buitenwereld kenbaar te maken. Ik kan me eigenlijk niet voorstellen dat het ‘electric car design’, zoals we dat nu kennen, het komende decennium doorzet. BMW stapt er al enigszins van af, met de iX3. Volvo lanceert de XC40 Recharge, ofwel de elektrische XC40, zonder grote uiterlijke veranderingen. En de Koreaanse auto-industrie heeft er sowieso al weinig mee op. Bovendien is het de vraag of fabrikanten doorgaan met deze kostbare, dubbele design-route, nu het totale economische model van veel autofabrikanten er minder rooskleurig uitziet dan vorig jaar, en de jaren daarvoor.

Is zo’n afwijkend design nog wel nodig?

Toen de elektrische auto’s net op de markt en nog ‘bijzonder’ waren, sloot hun afwijkende uiterlijk natuurlijk mooi aan bij die bijzondere aandrijflijn. Maar elektrische auto’s zijn – wat ons betreft – de normaalste zaak van de wereld geworden. Daarom is een ‘normaal’ design tegenwoordig misschien geschikter voor een EV dan een ‘afwijkend’ uiterlijk. Maar dat wil niet zeggen dat wij een EV met een fraai en afwijkend design niet van harte verwelkomen.

Vorig artikelSygic navigatie-app met ‘Electric Vehicle Mode’
Volgend artikelBYD wil premium elektrische sedan naar Europa brengen

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Vul alstublieft uw commentaar in!
Vul hier uw naam in